Een heer in het verkeer

De bedrijvigheid op de Nederlandse wegen is van alle tijden. Aanwijzingen van de eerste opstoppingen van auto’s zijn er al in de jaren ‘20. Zij vormen de voorlopers van de huidige alom bekende frustraties in de ochtend en avond: files. Met de jaren bleef de vraag naar gemotoriseerde voertuigen groeien wat resulteerde in kopzorgen bij menig ambtenaar. Dit leidde in 1938 tot de oprichting van het “Legioen der Welwillende Weggebruikers”. Een initiatief van de Koninklijke Nederlandse Automobiel Club (KNAC) om de hoffelijkheid in het verkeer terug te brengen, zodat de veiligheid op straat gewaarborgd kon blijven. Leden van het Legioen ‘opereerden’ onder de slogan “paraat voor wellevendheid op straat.”

Het verkeer kan niet enkel vertouwen op de welwillendheid van de weggebruikers, en zo wordt in 1965 een aantal nieuwe verkeersregels ingevoerd. Veiligheid staat daarbij hoog in het vaandel. Binnen de bebouwde kom mogen voetgangers niet meer gehinderd worden in hun oversteek door onoplettende automobilisten en pijlsnelle brommers. Het Polygoon Hollands Nieuws laat in een reportage zien dat de wijzigingen van het verkeersreglement ook de uiteenlopende functies van vluchtstroken inperkten.

Bijna 30 jaar na de oprichting van het Legioen der Welwillende Weggebruikers is de situatie op de weg vaak nog altijd één doffe ellende. Het ongewenste rijgedrag van menig weggebruiker is nog niet helemaal in de kiem gesmoord. Vooral in de drukke binnenstad van Amsterdam vormen automobilisten een groot probleem, althans hun trots bezit. Er wordt op de vreemdste plekken dubbel geparkeerd. Er kan echter niet met de boze vinger alleen naar de burger worden gewezen, er is te weinig parkeergelegenheid gecreëerd in de stad. De pittoreske bruggen die de grachten verbinden doen in 1967 korte tijd dienst als parkeerplaatsen. Al snel blijkt dat deze oplossing zenuwslopend is voor andere weggebruikers en de Gemeenteraad Amsterdam gaat gewapend met gele verf de straat op.

Naast het aanpakken van asociaal rijgedrag en parkeerproblemen, komt het autovrij maken van de Amsterdamse binnenstad ook steeds hoger op de agenda te staan. In antwoord hierop komt industrieel ontwerper Luud Schimmelpennink begin jaren ’70 met een innovatief concept voor milieuvriendelijk vervoer op de markt: de Witkar. Een driewielig elektrisch aangedreven voertuig voor twee personen dat maar liefst 30 kilometer per uur haalt. Deze elektrische driewieler is bedoeld voor het collectief: als abonnee hoef je niet te piekeren over een parkeerplaats, de Witkar is namelijk op vijf plaatsen in Amsterdam in een lader te ‘hangen’.

Sport in beeld

Op Open Beelden zijn recentelijk 40 video’s rond het thema sport toegevoegd. Deze items uit het Polygoonjournaal geven een beeld van diverse sporten in Nederland. Naast bekende sporten als voetbal, hockey en wielrennen, komen ook minder bekende sporten aan bod. Onder deze minder bekende sporten kan het uit Amerika afkomstige pushball gerekend worden. Bij pushball wordt door twee teams geprobeerd een reusachtige bal naar het kamp van de tegenpartij te duwen. Onder grote belangstelling van het in klederdracht gestoken publiek vindt in 1927 een pushballwedstrijd in Volendam plaats. In een verslag van deze wedstrijd is te zien dat vallende spelers daarbij geregeld onder de bal verdwijnen:

Vallen en opstaan leek ook het devies tijdens een cross country van de Koninklijke Militaire Sport Vereniging. In een verslag van het Polygoonjournaal zien we hoe de militairen te paard een parcours met sloten, hindernissen en afdalingen moeten afleggen. Daarbij gaat het er hard aan toe: paarden weigeren, gaan dwars door hindernissen heen of gaan met ruiter en al onderuit:

Afzien was het ook tijdens de 4e Amstel Gold Race in 1969. De weersomstandigheden waren verre van ideaal. De deelnemers hadden tijdens de wielerklassieker door de Limburgse heuvels veel last van het koude en natte weer. Vele renners vielen onderweg uit. Van de 170 renners die aan de start verschenen, finishten er uiteindelijk maar 34. Eddy Merckx was vooraf de favoriet, maar het was zijn landgenoot Guido Reybroeck die de sprint won:

Van weersinvloeden hadden de waterskiërs op de Bosbaan in 1962 weinig last. Tijdens de Noord-Europese en tevens Open Nederlandse Kampioenschappen Waterskiën deden de deelnemers mee op twee onderdelen: figuren en schansspringen. De 14-jarige Nederlandse Conny Dane won zowel de Nederlandse als de Noord-Europese titel in het onderdeel figuren. Bij het schansspringen ging het de Deen Glasner minder voor de wind. In zijn eerste poging sprong hij negen meter minder ver dan de uiteindelijke winnaar. Tijdens zijn tweede poging kwam hij door een verkeerde aanloop zelfs ten val, maar volgens commentator Philip Bloemendal was hij gelukkig “niet ontmoedigd” maar “wel nat”:

Podiumkunsten in Nederland: podiumkunstenaars door de jaren heen

Zo klein als Nederland is, zo groot is de vrijheid voor ‘podiumkunstenaars’ vaak geweest. Binnen allerlei kunstdisciplines is er door de jaren heen ruimte geweest voor artiesten om zichzelf te ontplooien voor een groot publiek. Al in 1958 kreeg de veertienjarige violist Dick Bor de kans om als solist uit te komen voor het Nationaal Jeugd Orkest (tegenwoordig Nederlandse Orkest- en Ensemble-Academie) tijdens een concert in het Kurhaus te Scheveningen. Dit concert werd gehouden in het kader van het Holland Festival, een inmiddels jaarlijks terugkerend evenement dat in Amsterdam gehouden wordt en een platform vormt voor alle vormen van zowel Nederlandse als internationale podiumkunsten.

Niet alleen het Nederlandse Jeugd Orkest is een kweekvijver voor toneelkunstenaars gebleken. Al sinds 1888 heeft het vooraanstaande Koninklijk Concertgebouworkest (KCO) vele generaties getalenteerde musici voortgebracht. Het KCO wordt wereldwijd erkend als een vooraanstaand symfonieorkest en het is dan ook niet verwonderlijk dat internationale podiumkunstenaars door de jaren heen graag samen wilden werken met het KCO. In 1946 reisde de befaamde Duitse dirigent Bruno Walter op 71-jarige leeftijd af naar Amsterdam om met het Koninklijk Concertgebouworkest te repeteren. Na jaren vertrouweling te zijn geweest van grootmeester Gustav Mahler, was de keuze van Walter voor het repertoire van de samenwerking met het KCO snel gekozen: Mahlers Vierde Symfonie.

Het harmonische samenspel tussen verschillende artiesten inspireerde niet alleen de sector van de podiumkunsten. Ook de overheid zag het maatschappelijk belang in van de schone kunsten en eind jaren ’40 wordt de Raad voor de Kunst (tegenwoordig Raad voor Cultuur) opgericht met het doel de overheid te adviseren op het gebied van kunstbeleid in de sectoren filmkunst, theater, muziek, beeldende kunsten en letterkunde. In 1956 wordt op feestelijke wijze in Den Haag de raad geïnstalleerd door minister Jozef Cals van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. De posities binnen de raad worden bekleed door prominenten uit de vijf sectoren van de schone kunsten. Zo kreeg onder andere balletdanseres Sonia Gaskell de sector theater onder haar hoede.

Koning Winter

In december liet Koning Winter zich weer flink gelden in Nederland. De schaatsen konden weer uit het vet worden gehaald, er werden sneeuwpoppen gemaakt en hier en daar zelfs geskied. De vorst zorgde niet alleen voor vermaak, het zorgde ook voor een hoop overlast, niet in de laatste plaats in het verkeer. Op Open Beelden is nu een selectie video’s toegevoegd die een beeld geeft van winter in Nederland door de jaren heen.

Daarin is te zien dat grote hoeveelheden sneeuw vaker voor overlast zorgden. In de beruchte winter van 1979 waren delen van Nederland compleet ingesneeuwd. Een sneeuwstorm zorgde ervoor dat de sneeuw soms metershoog opwaaide. Dit had onder andere tot gevolg dat auto’s strandden, Schiphol tijdelijk werd gesloten en treinverkeer vrijwel onmogelijk werd. Het leger moest er uiteindelijk aan te pas komen om bepaalde delen van Nederland weer bereikbaar te maken. Het item uit het Polygoonjournaal geeft een beeld van de problemen:

De sneeuw en vorst gaf echter niet alleen problemen, het zorgde ook voor een hoop vertier. In verschillende items uit het Polygoonjournaal is te zien hoe de Nederlanders zich vermaken in de sneeuw en op het ijs. Zo zien we bijvoorbeeld sleeën, schaatsen, ijszeilen en zelfs skiën in Nederland. In 1929 bleek het ijs zelfs sterk genoeg om er een kermis op te houden. We zien mensen dansen op het ijs, een draaiorgel en zelfs een zweefmolen:

Toch is een winter in Nederland niet compleet zonder de tocht der tochten: de Elfstedentocht. Op Open Beelden is nu een Polygoonitem over de Elfstedentocht van 1933 toegevoegd. Deze tocht had twee winnaars die tegelijkertijd over de finish kwamen, Sipke Castelein en Abe de Vries. Na de finish stonden ze nog kort de verslaggever van het Polygoonjournaal te woord:

Naast veel beelden van sneeuw en ijs ook aandacht voor winterse mode. Enkele dames showen voor het Polygoonjournaal de nieuwste mode voor het skiseizoen van 1959. Daarin zien we veel streepjes, de elastische pantalon, de splitsbare capuchon een jasje met ijspegelmotief. Naast kleding voor in de sneeuw, is er ook aandacht voor après-skikleding. Daarmee staat men er volgens Philip Bloemendal ‘in ieder wintersportoord uitstekend op’:

Artikel over Open Beelden in de Spreek’buis

Deze maand verscheen er een uitgebreid achtergrondartikel over Open Beelden in de Spreek’buis (vakblad voor omroepmedewerkers):

Duizend filmpjes vrij beschikbaar op Open Beelden

De website openbeelden.nl vierde onlangs een bescheiden mijlpaal. Op het open mediaplatform van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid en Nederland Kennisland staan meer dan duizend items uit historische Polygoon Journaals. Vrij toegankelijk voor hergebruik onder Creative Commons licentie. Een begin. ‘Er is nog 700 duizend uur ander beeldmateriaal. Dat zou er – mits rechtentechnisch mogelijk – allemaal op moeten,’ zegt Harry Verwayen van Europeana.

Open Beelden is in feite een interessant bijproduct van de grootscheepse digitalisering van een omvangrijk deel van alle beeldmateriaal dat in de Nederlandse archiefkasten ligt. ‘Samen met het Nationaal Archief en het Eye Film Instituut – het voormalige Filmmuseum – zijn we daar drie jaar geleden mee begonnen,’ zegt Maarten Brinkerink van Beeld en Geluid. ‘Digitalisering van het filmmateriaal was noodzakelijk omdat een groot deel van onze collectie kapot ligt te gaan. Het verzuurt en eet zichzelf op.’

Inmiddels is de digitalisering van Beelden voor de Toekomst, gefinancierd uit het Fonds Economische Structuurversterking, ongeveer halverwege. Maar dat is voor de ‘archivisten’ niet voldoende. Zij vinden dat het materiaal ook zoveel mogelijk vrij beschikbaar moet zijn, bijvoorbeeld voor hergebruik door filmmakers en journalisten en het algemene publiek.

BRON: Jeroen Dirks in Spreek’buis

Lees hier het complete achtergrondartikel.

Economies of the Commons 2

Economies of the Commons 2: Paying the Costs of Making Things Free
Internationale conferentie, seminar en openbare avondprogramma’s met o.a. Charlotte Hess (Syracuse University, NY)
Amsterdam en Hilversum
11 – 13 november 2010

Economies of the Commons 2 is een tweedaags internationaal congres op 12 en 13 november in De Balie in Amsterdam, voorafgegaan door een internationaal seminar over open video van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid op 11 november in Hilversum. Economies of the Commons 2 kijkt kritisch naar de economische aspecten van het online publieke domein en publiek toegankelijke informatiebronnen, kennis en media (de zogenoemde ‘digital commons’). De afgelopen 10 jaar hebben publiek toegankelijke informatiebronnen een sterke groei doorgemaakt. De bezoekersaantallen lopen in de miljoenen, in sommige gevallen zelfs per dag. Het succes van projecten als Wikipedia, Beelden voor de Toekomst en Europeana geeft wel aan hoe levendig het nieuwe digitale publieke domein is. Publiek toegankelijke informatiebronnen zijn niet langer exclusief voorbehouden aan digitale ‘insiders’, maar worden met veel enthousiasme door steeds meer mensen gebruikt.

Voorstanders zijn vol lof over de laagdrempeligheid (lage kosten) van open content voor gebruikers, en de samenwerkingsverbanden waarmee open content gepaard gaat. Critici stellen daar tegenover dat open content de ‘poortwachtersfunctie’ van auteurs, de wetenschap en professionele instituties ondermijnt en bovendien geen betrouwbaar eigen verdienmodel heeft. Economies of the Commons 2 biedt een cruciale analyse van de duurzame economische modellen die het voortbestaan en de verdere ontwikkeling van het online publieke domein kunnen waarborgen. We besteden aandacht aan nieuwe hybride oplossingen voor het archiveren, benaderen en hergebruiken van onlinecontent die niet alleen commercieel interessante mogelijkheden bieden maar eveneens het publieke belang dienen in de hedendaagse geglobaliseerde informatie-economie.

Economies of the Commons 2 is een vervolg op het succesvolle Economies of the Commons-congres dat in april 2008 plaatsvond. Het programma bestaat uit:
•    11 november, Hilversum: een internationaal seminar over open video georganiseerd door het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid
•    12 & 13 november, Amsterdam: een tweedaags internationaal congres en twee openbare avondprogramma’s

Sprekers:
Charlotte Hess (Syracuse University – Keynote), Ben Moskowitz (Open Video Alliance), Simona Levi (Free Culture Forum), Bas Savenije (Koninklijke Bibliotheek), Yann Moulier Boutang (Multitudes), Peter B. Kaufman (Intelligent Television), Harry Verwayen (Europeana), James Boyle (Duke University), Jeff Ubois (DTN), Sandra Fauconnier (NIMK), Dymitri Kleiner (Telekommunisten), Nathaniel Tkacz (Universiteit van Melbourne), etc.

Polygoon spant de kroon, ook in toon!

Ter gelegenheid van de wereldwijde audiovisuele erfgoeddag en om het toevoegen van de duizendste video te vieren zijn enkele bijzondere video’s toegevoegd aan Open Beelden. Deze video’s afkomstig uit de  Polygooncollectie van Beeld en Geluid gaan over de komst van de eerste Polygoonjournaals met geluid.

Vanaf 1922 kon het publiek de bekende Polygoon bioscoopjournaals zien in de Nederlandse bioscopen. Die eerste jaren moest het Nederlandse bioscooppubliek het echter nog stellen zonder Nederlands commentaar. Het nieuws van eigen bodem was stom en de items die geïmporteerd waren uit het buitenland bevatten buitenlands commentaar. Bijna tien jaar na het eerste Polygoonjournaal kwam daar verandering in. Op 29 mei 1931 toonde Polygoon de eerste Nederlandse film met geluid in de bioscopen. Niet snel daarna werd ook het bekende Polygoon Hollands Nieuws-journaals van Nederlands commentaar voorzien. Voorafgaand aan het eerste Polygoon Hollands Nieuws werden er aantal proefopnamen gemaakt. De directeur van de filmfabriek Polgygoon, dhr. B.D. Ochse, las als test voor de geluidsfilm een aantal teksten voor:

Om de komst van het Polygoon Hollands Nieuws met geluid luister bij te zetten werden een aantal prominenten uit de filmwereld gevraagd om een speech te houden. Dhr. D. van Staveren, hoofd van de Centrale Commissie Filmkeuring, sprak op film zijn blijdschap uit voor de komst van de geluidsfilm. Hij ageerde daarbij tegen “allerlei vreemde insluipsels in de Nederlandse taal”, die hij vooral aan de Amerikaanse geluidsfilm wijdde:

Naast dhr. van Staveren, werd ook de voorzitter van de Nederlandse Bioscoopbond, dhr. David Hamburger jr., gevraagd iets over de komst van de geluidsfilm te zeggen. Ook hij is verheugd dat hij de buitenlandse actualiteiten nu net zo goed kan volgens als de Duits-, Frans- en Engelssprekende bewoners van het land. Volgens hem is de komst van het Polygoon Hollands Nieuws met geluid dan ook “een uitkomst”:

Tot slot nog een opname van dhr. Ochse waarin hij de geluidsfilm aankondigt en alvast mijmert over de toegevoegde waarde die dit zal betekenen voor het volgen van een voetbalwedstrijd. Die zal nu “in de volheid zijne gonzende geluiden de bioscoopzaal binnendringen”:

SEO onderzoek makers en uitvoerende kunstenaars in het veranderende cultuurlandschap

In opdracht van de Ministeries van OCW en Justitie voert een consortium van SEO Economisch Onderzoek, eLaw@Leiden en Prof. Paul Rutten op dit moment een onderzoek uit naar de positie en belangen van makers en uitvoerende kunstenaars in het veranderende cultuurlandschap. Het onderzoek richt zich op een aantal auteursrechtelijke kwesties rondom digitale distributie en creatie. De onderzoekers zeggen hier het volgende over:

” De opkomst van het internet als nieuw distributie- en exploitatiemedium voor werken en uitvoeringen heeft talrijke gevolgen voor creatieve makers en uitvoerende kunstenaars en daarmee ook voor onze cultuur….

Er doen zich allerlei veranderingen voor die raken aan de wijze waarop zij hun creatieve uitingen kunnen exploiteren. Zo ontstaan nieuwe mogelijkheden om rechten zelf te exploiteren en te beheren. Ook dienen zich nieuwe partners aan voor de exploitatie van werken en uitvoeringen. Voorts komt volgens sommigen het collectief rechtenbeheer in een ander licht te staan met de opkomst van het internet als exploitatieplatform.

Voor de overheid is het van groot belang beter inzicht te krijgen in de opinies van makers en uitvoerenden ten aanzien van de gevolgen van deze nieuwe ontwikkelingen.”

De kern van dit onderzoek bestaat uit een internet-enquête onder makers en uitvoerend kunstenaars in uiteenlopende disciplines, die op enigerlei wijze te maken hebben met digitale reproductie of distributie van hun werk of een registratie daarvan. Denk hierbij aan auteurs, journalisten, acteurs, musici, fotografen, ontwerpers en video kunstenaars.

Om deze doelgroep te bereiken maken de onderzoekers gebruik van een groot aantal beroepsorganisaties en collectieve beheersorganisaties. Deze organisaties werken mee aan het onderzoek door een uitnodiging voor de enquête te versturen aan de makers en kunstenaars die bij hen bekend zijn.

De bestanden van de volgende organisaties zijn daarvoor al aangeschreven:

•    BBK
•    BNO
•    Buma/Stemra (alleen stemgerechtigden en exclusief uitgevers)
•    FNV Kiem
•    Fotografenfederatie
•    NFTVM
•    NIMK
•    NORMA
•    Pictoright
•    SENA
•    VEVAM
•    VSenV
•    VvEA

Deze organisaties vertegenwoordigen niet alle makers en uitvoerende kunstenaars in Nederland, het is het ook wenselijk om makers en uitvoerende kunstenaars te bereiken die niet zijn aangesloten bij een beroepsorganisatie of collectieve beheersorganisatie. Dit is bijzonder belangrijk omdat er verwacht mag worden dat niet aangesloten makers en uitvoerende kunstenaars als groep een ander perspectief op het onderzoeksonderwerp hebben.

Het is dus belangrijk dat deze groep ook deelneemt aan het onderzoek. Daarom bestaat er de mogelijkheid voor mensen, die aan het onderzoeksprofiel voldoen, zichzelf op te geven om vervolgens voor deelname aan het onderzoek uitgenodigd te worden. Het onderzoek is gericht op mensen die aan het volgende profiel voldoen:

•    je bent in Nederland actief als maker of uitvoerend kunstenaar;
•    je doet dat voor minimaal 12 uur per week (inclusief repetities of scholing) of zou dat graag willen, en
•    jou werken (of opnames/reproducties ervan) worden op dit moment via internet verspreid (met of zonder je toestemming) of je verwacht dat dit in de nabije toekomst gaat gebeuren.

Indien je aan dit profiel voldoet en een bijdrage aan dit onderzoek wil leveren, ga dan naar http://www.seo.nl/nl/actueel/aanmeldingonderzoek.html en laat je mailadres achter. Je ontvangt dan van het onderzoeksteam per email een inlogcode en wachtwoord voor de enquête. Ken jij iemand die aan dit profiel voldoet? Vraag hem/haar dan om zich op te geven voor het onderzoek.

De ingevulde enquête wordt volledig anoniem verwerkt en de rapportage van onderzoeksresultaten vindt plaats op geaggregeerd niveau (Individuele gegevens worden niet aan derden ter beschikking gesteld). Dit betekent dat de gepresenteerde resultaten niet tot individuele personen herleidbaar zullen zijn.

De verwachting is dat de onderzoeksresultaten begin 2011 gepresenteerd zullen worden. Zodra dat het geval is zullen we dat hier vermelden. Aan het eind van de enquête kun je ook aangeven dat je het onderzoeksrapport digitaal wilt ontvangen zodra dat gepubliceerd wordt.

Bron: http://creativecommons.nl/2010/10/11/onderzoek-auteursrecht-digitale-distributie-en-creatie/

Column Hans Westerhof over Open Beelden

Adjunct-directeur van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid schreef de onderstaande column over Open Beelden voor het weblog van Nederland Open in Verbinding:

Open Beelden

Ruim een jaar geleden heeft Beeld en Geluid het platform Open Beelden gelanceerd. Het platform heeft als doel om een zo open mogelijk video platform te zijn. Open betekent in deze context onder meer dat de videostandaarden open zijn, uitwisselbaar en vrij van patenten en royalty’s. Dat er geen restricties zijn op toegang en gebruik van het materiaal, geen technologische, juridische of andere beperkingen. Dat het afspelen en bewerken van video door middel van gratis toepassingen mogelijk is. Dat is wat open is.

Hierbij wat feiten en cijfers. De nogal expliciete focus op ‘open’ heeft geleid tot een platform dat is gebouwd met behulp van open source software. Inmiddels staan er 800 items online, de meeste onder een Creative Commons licentie Naamsvermelding-Gelijk delen. De items zijn beschikbaar in MPEG-1, Ogg Theora en MPEG-4 H.264. En binnenkort ook in WebM, dat mede door Google en Mozilla wordt ondersteund. Video kan ook afgespeeld worden in browsers die HTML5 ondersteunen, zoals Firefox, Chrome en Opera, en met allerlei open source applicaties worden afgespeeld, getranscodeerd en bewerkt. Voor het zoeken wordt Lucene gebruikt.

Dat is natuurlijk allemaal prachtig, maar voor wie in deze technische opsomming is afgehaakt, zijn hier de ervaringsgegevens. Wat heb je eraan als je dit doet? Wat gebeurt er dan met het materiaal? Wordt het hergebruikt? Wie wat resultaten wil zien, moet hier en hier maar eens kijken. Alle clips zijn beschikbaar in Wikimedia Commons, zodat de items gebruikt kunnen worden in Wikipedia. En dat leidt tot resultaat: 200 items worden gebruikt in voornamelijk Nederlandse lemma’s, maar ook in 40 internationale lemma’s. Soms worden screenshots van personen uit video’s gebruikt in een lemma over die persoon. Kortom, gebruikers weten wel raad met het materiaal. In de maand maart kregen de pagina’s met beelden uit Open Beelden 500.000 (!) pageviews.

Het is toch prachtig dat zo veel oud materiaal leidt tot nieuwe toepassingen? En dat wij als afzenders niet zelf iedere toepassing hoeven te bedenken, maar dat we gebruikers in staat stellen om dat te doen? Voor ons smaakt het eerste jaar van Open Beelden alleen maar naar meer.

Bron: weblog Nederland Open in Verbinding

Open Beelden praktijkvoorbeeld in Handreiking Multimediaformaten

Gisteren is het eerste exemplaar van de Handreiking Multimediaformaten van programmabureau Nederland Open in Verbinding en Forum Standaardisatie tijdens de AVA_Net bijeenkomst uitgereikt. Zoals eerder aangekondigd is Open Beelden hierin opgenomen als een praktijkvoorbeeld van de toepassing van open videostandaarden.

Wij zijn trost op deze erkenning en hopen dat onze ervaringen zullen bijdragen aan vervolgstappen van de NPO en andere (semi-)overheidsinstellingen om publieke video zo breed mogelijk beschikbaar te stellen, middels open standaarden. Een gratis PDF versie van de publicaties is hier als download beschikbaar onder een Creative Commons licentie.

PERSBERICHT: Handreiking moet bijdragen aan bewustwording rondom open multimediaformaten

*  17 juni 2010

“Bewustwording, daar gaat het om. Het onbewust kiezen voor gesloten formaten moeten we omdraaien naar het bewust kiezen voor open formaten. Eén van de betrokkenen kwam naar mij toe en vertelde dat ze zich nu pas realiseerden dat ze destijds (onbewust) voor een gesloten formaat hadden gekozen. Na het lezen van het concept van deze handleiding gaan ze dat nu heroverwegen. Voor mij een bevestiging, en precies waarvoor deze handreiking is geschreven.” Dat zei NOiV-programmamanager Ineke Schop vanmiddag bij de uitreiking van het eerste exemplaar van de ‘Handreiking Multimediaformaten’ (PDF, 1,6 MB), een co-productie van programmabureau NOiV en Forum Standaardisatie, tijdens de AVA_Net bijeenkomst in Hilversum.

Aanleiding voor de handreiking is om meer inzicht te geven in de gevolgen van de keuzes die gemaakt worden ten aanzien van de toegankelijkheid en duurzaamheid van multimediabestanden. ‘Open standaarden zijn daarbij (nog) minder gangbaar dan gesloten standaarden, maar zijn wel in opkomst en dragen bovendien beter bij aan duurzame toegankelijkheid’, zo schrijft Hans Westerhof, adjunct-directeur van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, in het voorwoord van de handreiking. ‘Multimedia maken meer en meer deel uit van de manier waarop we ons dagelijks uitdrukken. Daarbij maken we gebruik van allerhande formaten, soms zonder daar goed bij stil te staan. Deze handreiking geeft achtergrond bij de de keuzes die gemaakt kunnen worden om video en audio beschikbaar te stellen’, aldus Westerhof.

De ‘Handreiking Multimediaformaten’ is als digitaal (PDF-)bestand te verkrijgen, maar is ook (zolang de voorraad strekt) als papieren versie te bestellen bij programmabureau NOiV. Geïnteresseerden kunnen in het bezit komen van een papieren versie van het boekwerkje door een e-mail te sturen naar Anuskha Soerahi , onder vermelding van ‘handreiking multimediaformaten’.

Bron: Nederland Open in Verbinding