Maandelijks archief: februari 2011

Een heer in het verkeer

De bedrijvigheid op de Nederlandse wegen is van alle tijden. Aanwijzingen van de eerste opstoppingen van auto’s zijn er al in de jaren ‘20. Zij vormen de voorlopers van de huidige alom bekende frustraties in de ochtend en avond: files. Met de jaren bleef de vraag naar gemotoriseerde voertuigen groeien wat resulteerde in kopzorgen bij menig ambtenaar. Dit leidde in 1938 tot de oprichting van het “Legioen der Welwillende Weggebruikers”. Een initiatief van de Koninklijke Nederlandse Automobiel Club (KNAC) om de hoffelijkheid in het verkeer terug te brengen, zodat de veiligheid op straat gewaarborgd kon blijven. Leden van het Legioen ‘opereerden’ onder de slogan “paraat voor wellevendheid op straat.”

Het verkeer kan niet enkel vertouwen op de welwillendheid van de weggebruikers, en zo wordt in 1965 een aantal nieuwe verkeersregels ingevoerd. Veiligheid staat daarbij hoog in het vaandel. Binnen de bebouwde kom mogen voetgangers niet meer gehinderd worden in hun oversteek door onoplettende automobilisten en pijlsnelle brommers. Het Polygoon Hollands Nieuws laat in een reportage zien dat de wijzigingen van het verkeersreglement ook de uiteenlopende functies van vluchtstroken inperkten.

Bijna 30 jaar na de oprichting van het Legioen der Welwillende Weggebruikers is de situatie op de weg vaak nog altijd één doffe ellende. Het ongewenste rijgedrag van menig weggebruiker is nog niet helemaal in de kiem gesmoord. Vooral in de drukke binnenstad van Amsterdam vormen automobilisten een groot probleem, althans hun trots bezit. Er wordt op de vreemdste plekken dubbel geparkeerd. Er kan echter niet met de boze vinger alleen naar de burger worden gewezen, er is te weinig parkeergelegenheid gecreëerd in de stad. De pittoreske bruggen die de grachten verbinden doen in 1967 korte tijd dienst als parkeerplaatsen. Al snel blijkt dat deze oplossing zenuwslopend is voor andere weggebruikers en de Gemeenteraad Amsterdam gaat gewapend met gele verf de straat op.

Naast het aanpakken van asociaal rijgedrag en parkeerproblemen, komt het autovrij maken van de Amsterdamse binnenstad ook steeds hoger op de agenda te staan. In antwoord hierop komt industrieel ontwerper Luud Schimmelpennink begin jaren ’70 met een innovatief concept voor milieuvriendelijk vervoer op de markt: de Witkar. Een driewielig elektrisch aangedreven voertuig voor twee personen dat maar liefst 30 kilometer per uur haalt. Deze elektrische driewieler is bedoeld voor het collectief: als abonnee hoef je niet te piekeren over een parkeerplaats, de Witkar is namelijk op vijf plaatsen in Amsterdam in een lader te ‘hangen’.

Sport in beeld

Op Open Beelden zijn recentelijk 40 video’s rond het thema sport toegevoegd. Deze items uit het Polygoonjournaal geven een beeld van diverse sporten in Nederland. Naast bekende sporten als voetbal, hockey en wielrennen, komen ook minder bekende sporten aan bod. Onder deze minder bekende sporten kan het uit Amerika afkomstige pushball gerekend worden. Bij pushball wordt door twee teams geprobeerd een reusachtige bal naar het kamp van de tegenpartij te duwen. Onder grote belangstelling van het in klederdracht gestoken publiek vindt in 1927 een pushballwedstrijd in Volendam plaats. In een verslag van deze wedstrijd is te zien dat vallende spelers daarbij geregeld onder de bal verdwijnen:

Vallen en opstaan leek ook het devies tijdens een cross country van de Koninklijke Militaire Sport Vereniging. In een verslag van het Polygoonjournaal zien we hoe de militairen te paard een parcours met sloten, hindernissen en afdalingen moeten afleggen. Daarbij gaat het er hard aan toe: paarden weigeren, gaan dwars door hindernissen heen of gaan met ruiter en al onderuit:

Afzien was het ook tijdens de 4e Amstel Gold Race in 1969. De weersomstandigheden waren verre van ideaal. De deelnemers hadden tijdens de wielerklassieker door de Limburgse heuvels veel last van het koude en natte weer. Vele renners vielen onderweg uit. Van de 170 renners die aan de start verschenen, finishten er uiteindelijk maar 34. Eddy Merckx was vooraf de favoriet, maar het was zijn landgenoot Guido Reybroeck die de sprint won:

Van weersinvloeden hadden de waterskiërs op de Bosbaan in 1962 weinig last. Tijdens de Noord-Europese en tevens Open Nederlandse Kampioenschappen Waterskiën deden de deelnemers mee op twee onderdelen: figuren en schansspringen. De 14-jarige Nederlandse Conny Dane won zowel de Nederlandse als de Noord-Europese titel in het onderdeel figuren. Bij het schansspringen ging het de Deen Glasner minder voor de wind. In zijn eerste poging sprong hij negen meter minder ver dan de uiteindelijke winnaar. Tijdens zijn tweede poging kwam hij door een verkeerde aanloop zelfs ten val, maar volgens commentator Philip Bloemendal was hij gelukkig “niet ontmoedigd” maar “wel nat”:

Podiumkunsten in Nederland: podiumkunstenaars door de jaren heen

Zo klein als Nederland is, zo groot is de vrijheid voor ‘podiumkunstenaars’ vaak geweest. Binnen allerlei kunstdisciplines is er door de jaren heen ruimte geweest voor artiesten om zichzelf te ontplooien voor een groot publiek. Al in 1958 kreeg de veertienjarige violist Dick Bor de kans om als solist uit te komen voor het Nationaal Jeugd Orkest (tegenwoordig Nederlandse Orkest- en Ensemble-Academie) tijdens een concert in het Kurhaus te Scheveningen. Dit concert werd gehouden in het kader van het Holland Festival, een inmiddels jaarlijks terugkerend evenement dat in Amsterdam gehouden wordt en een platform vormt voor alle vormen van zowel Nederlandse als internationale podiumkunsten.

Niet alleen het Nederlandse Jeugd Orkest is een kweekvijver voor toneelkunstenaars gebleken. Al sinds 1888 heeft het vooraanstaande Koninklijk Concertgebouworkest (KCO) vele generaties getalenteerde musici voortgebracht. Het KCO wordt wereldwijd erkend als een vooraanstaand symfonieorkest en het is dan ook niet verwonderlijk dat internationale podiumkunstenaars door de jaren heen graag samen wilden werken met het KCO. In 1946 reisde de befaamde Duitse dirigent Bruno Walter op 71-jarige leeftijd af naar Amsterdam om met het Koninklijk Concertgebouworkest te repeteren. Na jaren vertrouweling te zijn geweest van grootmeester Gustav Mahler, was de keuze van Walter voor het repertoire van de samenwerking met het KCO snel gekozen: Mahlers Vierde Symfonie.

Het harmonische samenspel tussen verschillende artiesten inspireerde niet alleen de sector van de podiumkunsten. Ook de overheid zag het maatschappelijk belang in van de schone kunsten en eind jaren ’40 wordt de Raad voor de Kunst (tegenwoordig Raad voor Cultuur) opgericht met het doel de overheid te adviseren op het gebied van kunstbeleid in de sectoren filmkunst, theater, muziek, beeldende kunsten en letterkunde. In 1956 wordt op feestelijke wijze in Den Haag de raad geïnstalleerd door minister Jozef Cals van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. De posities binnen de raad worden bekleed door prominenten uit de vijf sectoren van de schone kunsten. Zo kreeg onder andere balletdanseres Sonia Gaskell de sector theater onder haar hoede.

Koning Winter

In december liet Koning Winter zich weer flink gelden in Nederland. De schaatsen konden weer uit het vet worden gehaald, er werden sneeuwpoppen gemaakt en hier en daar zelfs geskied. De vorst zorgde niet alleen voor vermaak, het zorgde ook voor een hoop overlast, niet in de laatste plaats in het verkeer. Op Open Beelden is nu een selectie video’s toegevoegd die een beeld geeft van winter in Nederland door de jaren heen.

Daarin is te zien dat grote hoeveelheden sneeuw vaker voor overlast zorgden. In de beruchte winter van 1979 waren delen van Nederland compleet ingesneeuwd. Een sneeuwstorm zorgde ervoor dat de sneeuw soms metershoog opwaaide. Dit had onder andere tot gevolg dat auto’s strandden, Schiphol tijdelijk werd gesloten en treinverkeer vrijwel onmogelijk werd. Het leger moest er uiteindelijk aan te pas komen om bepaalde delen van Nederland weer bereikbaar te maken. Het item uit het Polygoonjournaal geeft een beeld van de problemen:

De sneeuw en vorst gaf echter niet alleen problemen, het zorgde ook voor een hoop vertier. In verschillende items uit het Polygoonjournaal is te zien hoe de Nederlanders zich vermaken in de sneeuw en op het ijs. Zo zien we bijvoorbeeld sleeën, schaatsen, ijszeilen en zelfs skiën in Nederland. In 1929 bleek het ijs zelfs sterk genoeg om er een kermis op te houden. We zien mensen dansen op het ijs, een draaiorgel en zelfs een zweefmolen:

Toch is een winter in Nederland niet compleet zonder de tocht der tochten: de Elfstedentocht. Op Open Beelden is nu een Polygoonitem over de Elfstedentocht van 1933 toegevoegd. Deze tocht had twee winnaars die tegelijkertijd over de finish kwamen, Sipke Castelein en Abe de Vries. Na de finish stonden ze nog kort de verslaggever van het Polygoonjournaal te woord:

Naast veel beelden van sneeuw en ijs ook aandacht voor winterse mode. Enkele dames showen voor het Polygoonjournaal de nieuwste mode voor het skiseizoen van 1959. Daarin zien we veel streepjes, de elastische pantalon, de splitsbare capuchon een jasje met ijspegelmotief. Naast kleding voor in de sneeuw, is er ook aandacht voor après-skikleding. Daarmee staat men er volgens Philip Bloemendal ‘in ieder wintersportoord uitstekend op’: