Tagarchief: open content

1500ste video toegevoegd aan Open Beelden

Nadat in oktober de 1000ste video werd geupload naar Open Beelden is er vandaag een nieuwe mijlpaal bereikt: de toevoeging van de 1500ste video. Onder die laatste 500 video’s zijn een aantal thema’s te onderscheiden, zoals winter, verkeer en vervoer, wonen, Schiphol, mode en beauty, sport, Suriname en de Nederlandse Antillen, industrie en productie, platteland en podiumkunsten. Ter gelegenheid van de 1500ste video zullen we een aantal bijzondere video’s uit enkele van deze thema’s uitlichten.

De 1500ste video die aan Open Beelden is toegevoegd betreft een item uit het Polygoonjournaal over het 60-jarig bestaan van Philips in 1951. Philips werd in 1891 door Gerard Philips en zijn vader Frederik Philips opgericht. Om het 60-jarig bestaan luister bij te zetten werd Eindhoven met duizenden gloeilampen verlicht. Ook werd in het centrum een standbeeld onthuld van Anton Philips. Deze week is het alweer 120 jaar geleden dat het elektronicaconcern werd opgericht:

De voormalige Nederlandse Antillen vierden op 20 oktober 2010 ook een bijzondere dag. Op die dag werden Curaçao en Sint Maarten onafhankelijke landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden, een status die Aruba al in 1986 verwierf. De overige eilanden – Saba, Sint Eustatius en Bonaire – werden als speciale gemeenten opgenomen bij Nederland. De status van deze voormalige koloniën is vastgelegd in het zogenaamde Koninkrijksstatuut, dat dateert uit 1954. De wijziging in 2010 was niet de eerste aanpassing van het statuut. Het Polygoonjournaal deed in 1974 verslag van een conferentie over het Koninkrijksstatuut dat in Den Haag plaatsvond. Daar werd gepraat over de wens van Suriname om onafhankelijk te worden, wat een jaar later met de eerste aanpassing aan het statuut realiteit zou worden:

In 1975 had men op het Groningse platteland andere zorgen. Het wierdedorp Weiwerd moest daar wijken voor de oprukkende industrie van het aangrenzende Delfzijl. Het Polygoonjournaal deed ter plaatse verslag van de afbraak van het dorp. De sloop is dan al in volle gang en veel bewoners hebben het dorp reeds verlaten. De plaatselijke school telt nog maar 14 leerlingen en 2 leerkrachten en in het kerkje midden in het dorp wordt al maanden geen dienst meer gegeven. Polygoon laat een nog achtergebleven bewoonster aan het woord:

Ruim 20 jaar eerder was men in het IJsselmeer juist druk bezig met de aanleg van een nieuwe stad, het toekomstige Lelystad. In 1950 werd daar vanaf het werkeiland Lelystad gewerkt aan de aanleg van een ringdijk voor de toekomstige Flevopolder. In de eerste maanden van 1954 had men het vasteland nog niet bereikt en zorgde de winter voor problemen. Door de vrieskou was er geen bootverbinding met de vaste wal meer mogelijk. Na het intreden van de dooi was het ijs echter ook niet sterk genoeg meer om de bewoners via die route van levensmiddelen en post te voorzien. De circa zestig bewoners van het eiland werden daarom te hulp geschoten door een luchtverbinding met een helikopter:

Na de toevoeging van het 1500ste zal de collectie video’s op Open Beelden steeds verder worden uitgebreid. Later dit jaar hopen we de 2000ste video beschikbaar te kunnen maken voor hergebruik. In de planning staat onder meer een selectie video’s rond het thema vrouwen, met daarin onderwerpen als damesvoetbal, vrouwelijke agenten en vrouwenemancipatie.

Een heer in het verkeer

De bedrijvigheid op de Nederlandse wegen is van alle tijden. Aanwijzingen van de eerste opstoppingen van auto’s zijn er al in de jaren ‘20. Zij vormen de voorlopers van de huidige alom bekende frustraties in de ochtend en avond: files. Met de jaren bleef de vraag naar gemotoriseerde voertuigen groeien wat resulteerde in kopzorgen bij menig ambtenaar. Dit leidde in 1938 tot de oprichting van het “Legioen der Welwillende Weggebruikers”. Een initiatief van de Koninklijke Nederlandse Automobiel Club (KNAC) om de hoffelijkheid in het verkeer terug te brengen, zodat de veiligheid op straat gewaarborgd kon blijven. Leden van het Legioen ‘opereerden’ onder de slogan “paraat voor wellevendheid op straat.”

Het verkeer kan niet enkel vertouwen op de welwillendheid van de weggebruikers, en zo wordt in 1965 een aantal nieuwe verkeersregels ingevoerd. Veiligheid staat daarbij hoog in het vaandel. Binnen de bebouwde kom mogen voetgangers niet meer gehinderd worden in hun oversteek door onoplettende automobilisten en pijlsnelle brommers. Het Polygoon Hollands Nieuws laat in een reportage zien dat de wijzigingen van het verkeersreglement ook de uiteenlopende functies van vluchtstroken inperkten.

Bijna 30 jaar na de oprichting van het Legioen der Welwillende Weggebruikers is de situatie op de weg vaak nog altijd één doffe ellende. Het ongewenste rijgedrag van menig weggebruiker is nog niet helemaal in de kiem gesmoord. Vooral in de drukke binnenstad van Amsterdam vormen automobilisten een groot probleem, althans hun trots bezit. Er wordt op de vreemdste plekken dubbel geparkeerd. Er kan echter niet met de boze vinger alleen naar de burger worden gewezen, er is te weinig parkeergelegenheid gecreëerd in de stad. De pittoreske bruggen die de grachten verbinden doen in 1967 korte tijd dienst als parkeerplaatsen. Al snel blijkt dat deze oplossing zenuwslopend is voor andere weggebruikers en de Gemeenteraad Amsterdam gaat gewapend met gele verf de straat op.

Naast het aanpakken van asociaal rijgedrag en parkeerproblemen, komt het autovrij maken van de Amsterdamse binnenstad ook steeds hoger op de agenda te staan. In antwoord hierop komt industrieel ontwerper Luud Schimmelpennink begin jaren ’70 met een innovatief concept voor milieuvriendelijk vervoer op de markt: de Witkar. Een driewielig elektrisch aangedreven voertuig voor twee personen dat maar liefst 30 kilometer per uur haalt. Deze elektrische driewieler is bedoeld voor het collectief: als abonnee hoef je niet te piekeren over een parkeerplaats, de Witkar is namelijk op vijf plaatsen in Amsterdam in een lader te ‘hangen’.

Sport in beeld

Op Open Beelden zijn recentelijk 40 video’s rond het thema sport toegevoegd. Deze items uit het Polygoonjournaal geven een beeld van diverse sporten in Nederland. Naast bekende sporten als voetbal, hockey en wielrennen, komen ook minder bekende sporten aan bod. Onder deze minder bekende sporten kan het uit Amerika afkomstige pushball gerekend worden. Bij pushball wordt door twee teams geprobeerd een reusachtige bal naar het kamp van de tegenpartij te duwen. Onder grote belangstelling van het in klederdracht gestoken publiek vindt in 1927 een pushballwedstrijd in Volendam plaats. In een verslag van deze wedstrijd is te zien dat vallende spelers daarbij geregeld onder de bal verdwijnen:

Vallen en opstaan leek ook het devies tijdens een cross country van de Koninklijke Militaire Sport Vereniging. In een verslag van het Polygoonjournaal zien we hoe de militairen te paard een parcours met sloten, hindernissen en afdalingen moeten afleggen. Daarbij gaat het er hard aan toe: paarden weigeren, gaan dwars door hindernissen heen of gaan met ruiter en al onderuit:

Afzien was het ook tijdens de 4e Amstel Gold Race in 1969. De weersomstandigheden waren verre van ideaal. De deelnemers hadden tijdens de wielerklassieker door de Limburgse heuvels veel last van het koude en natte weer. Vele renners vielen onderweg uit. Van de 170 renners die aan de start verschenen, finishten er uiteindelijk maar 34. Eddy Merckx was vooraf de favoriet, maar het was zijn landgenoot Guido Reybroeck die de sprint won:

Van weersinvloeden hadden de waterskiërs op de Bosbaan in 1962 weinig last. Tijdens de Noord-Europese en tevens Open Nederlandse Kampioenschappen Waterskiën deden de deelnemers mee op twee onderdelen: figuren en schansspringen. De 14-jarige Nederlandse Conny Dane won zowel de Nederlandse als de Noord-Europese titel in het onderdeel figuren. Bij het schansspringen ging het de Deen Glasner minder voor de wind. In zijn eerste poging sprong hij negen meter minder ver dan de uiteindelijke winnaar. Tijdens zijn tweede poging kwam hij door een verkeerde aanloop zelfs ten val, maar volgens commentator Philip Bloemendal was hij gelukkig “niet ontmoedigd” maar “wel nat”:

Podiumkunsten in Nederland: podiumkunstenaars door de jaren heen

Zo klein als Nederland is, zo groot is de vrijheid voor ‘podiumkunstenaars’ vaak geweest. Binnen allerlei kunstdisciplines is er door de jaren heen ruimte geweest voor artiesten om zichzelf te ontplooien voor een groot publiek. Al in 1958 kreeg de veertienjarige violist Dick Bor de kans om als solist uit te komen voor het Nationaal Jeugd Orkest (tegenwoordig Nederlandse Orkest- en Ensemble-Academie) tijdens een concert in het Kurhaus te Scheveningen. Dit concert werd gehouden in het kader van het Holland Festival, een inmiddels jaarlijks terugkerend evenement dat in Amsterdam gehouden wordt en een platform vormt voor alle vormen van zowel Nederlandse als internationale podiumkunsten.

Niet alleen het Nederlandse Jeugd Orkest is een kweekvijver voor toneelkunstenaars gebleken. Al sinds 1888 heeft het vooraanstaande Koninklijk Concertgebouworkest (KCO) vele generaties getalenteerde musici voortgebracht. Het KCO wordt wereldwijd erkend als een vooraanstaand symfonieorkest en het is dan ook niet verwonderlijk dat internationale podiumkunstenaars door de jaren heen graag samen wilden werken met het KCO. In 1946 reisde de befaamde Duitse dirigent Bruno Walter op 71-jarige leeftijd af naar Amsterdam om met het Koninklijk Concertgebouworkest te repeteren. Na jaren vertrouweling te zijn geweest van grootmeester Gustav Mahler, was de keuze van Walter voor het repertoire van de samenwerking met het KCO snel gekozen: Mahlers Vierde Symfonie.

Het harmonische samenspel tussen verschillende artiesten inspireerde niet alleen de sector van de podiumkunsten. Ook de overheid zag het maatschappelijk belang in van de schone kunsten en eind jaren ’40 wordt de Raad voor de Kunst (tegenwoordig Raad voor Cultuur) opgericht met het doel de overheid te adviseren op het gebied van kunstbeleid in de sectoren filmkunst, theater, muziek, beeldende kunsten en letterkunde. In 1956 wordt op feestelijke wijze in Den Haag de raad geïnstalleerd door minister Jozef Cals van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. De posities binnen de raad worden bekleed door prominenten uit de vijf sectoren van de schone kunsten. Zo kreeg onder andere balletdanseres Sonia Gaskell de sector theater onder haar hoede.

Artikel over Open Beelden in de Spreek’buis

Deze maand verscheen er een uitgebreid achtergrondartikel over Open Beelden in de Spreek’buis (vakblad voor omroepmedewerkers):

Duizend filmpjes vrij beschikbaar op Open Beelden

De website openbeelden.nl vierde onlangs een bescheiden mijlpaal. Op het open mediaplatform van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid en Nederland Kennisland staan meer dan duizend items uit historische Polygoon Journaals. Vrij toegankelijk voor hergebruik onder Creative Commons licentie. Een begin. ‘Er is nog 700 duizend uur ander beeldmateriaal. Dat zou er – mits rechtentechnisch mogelijk – allemaal op moeten,’ zegt Harry Verwayen van Europeana.

Open Beelden is in feite een interessant bijproduct van de grootscheepse digitalisering van een omvangrijk deel van alle beeldmateriaal dat in de Nederlandse archiefkasten ligt. ‘Samen met het Nationaal Archief en het Eye Film Instituut – het voormalige Filmmuseum – zijn we daar drie jaar geleden mee begonnen,’ zegt Maarten Brinkerink van Beeld en Geluid. ‘Digitalisering van het filmmateriaal was noodzakelijk omdat een groot deel van onze collectie kapot ligt te gaan. Het verzuurt en eet zichzelf op.’

Inmiddels is de digitalisering van Beelden voor de Toekomst, gefinancierd uit het Fonds Economische Structuurversterking, ongeveer halverwege. Maar dat is voor de ‘archivisten’ niet voldoende. Zij vinden dat het materiaal ook zoveel mogelijk vrij beschikbaar moet zijn, bijvoorbeeld voor hergebruik door filmmakers en journalisten en het algemene publiek.

BRON: Jeroen Dirks in Spreek’buis

Lees hier het complete achtergrondartikel.

Economies of the Commons 2

Economies of the Commons 2: Paying the Costs of Making Things Free
Internationale conferentie, seminar en openbare avondprogramma’s met o.a. Charlotte Hess (Syracuse University, NY)
Amsterdam en Hilversum
11 – 13 november 2010

Economies of the Commons 2 is een tweedaags internationaal congres op 12 en 13 november in De Balie in Amsterdam, voorafgegaan door een internationaal seminar over open video van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid op 11 november in Hilversum. Economies of the Commons 2 kijkt kritisch naar de economische aspecten van het online publieke domein en publiek toegankelijke informatiebronnen, kennis en media (de zogenoemde ‘digital commons’). De afgelopen 10 jaar hebben publiek toegankelijke informatiebronnen een sterke groei doorgemaakt. De bezoekersaantallen lopen in de miljoenen, in sommige gevallen zelfs per dag. Het succes van projecten als Wikipedia, Beelden voor de Toekomst en Europeana geeft wel aan hoe levendig het nieuwe digitale publieke domein is. Publiek toegankelijke informatiebronnen zijn niet langer exclusief voorbehouden aan digitale ‘insiders’, maar worden met veel enthousiasme door steeds meer mensen gebruikt.

Voorstanders zijn vol lof over de laagdrempeligheid (lage kosten) van open content voor gebruikers, en de samenwerkingsverbanden waarmee open content gepaard gaat. Critici stellen daar tegenover dat open content de ‘poortwachtersfunctie’ van auteurs, de wetenschap en professionele instituties ondermijnt en bovendien geen betrouwbaar eigen verdienmodel heeft. Economies of the Commons 2 biedt een cruciale analyse van de duurzame economische modellen die het voortbestaan en de verdere ontwikkeling van het online publieke domein kunnen waarborgen. We besteden aandacht aan nieuwe hybride oplossingen voor het archiveren, benaderen en hergebruiken van onlinecontent die niet alleen commercieel interessante mogelijkheden bieden maar eveneens het publieke belang dienen in de hedendaagse geglobaliseerde informatie-economie.

Economies of the Commons 2 is een vervolg op het succesvolle Economies of the Commons-congres dat in april 2008 plaatsvond. Het programma bestaat uit:
•    11 november, Hilversum: een internationaal seminar over open video georganiseerd door het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid
•    12 & 13 november, Amsterdam: een tweedaags internationaal congres en twee openbare avondprogramma’s

Sprekers:
Charlotte Hess (Syracuse University – Keynote), Ben Moskowitz (Open Video Alliance), Simona Levi (Free Culture Forum), Bas Savenije (Koninklijke Bibliotheek), Yann Moulier Boutang (Multitudes), Peter B. Kaufman (Intelligent Television), Harry Verwayen (Europeana), James Boyle (Duke University), Jeff Ubois (DTN), Sandra Fauconnier (NIMK), Dymitri Kleiner (Telekommunisten), Nathaniel Tkacz (Universiteit van Melbourne), etc.

Opmerkelijke technologieën en uitvindingen

Polygoonjournaals werden vanaf de jaren twintig in de Nederlandse bioscopen vertoond. Onderwerpen uit het dagelijks leven in Nederland onderbouwd met sprekende beelden stonden daarbij hoog in het vaandel. Om het publiek door de jaren heen geboeid te houden moest Polygoon zich blijven vernieuwen. De nieuwste uitvindingen op het gebied van techniek en innovatie waren daarbij een dankbaar onderwerp. Daarbij werd er ook aandacht besteed aan de massaconsumptie van mensen in de ‘eeuw van de automatisering’. Uitvindingen en ontwikkelingen die oplossingen bieden voor het toenemende energieverbruik, vonden vaak hun weg in de journaals.

De aankondigingen van deze nieuwe technieken gingen vaak gepaard met optimisme. Zo werd met enig enthousiasme een nieuw soort elektriciteitsfabriek geïntroduceerd: de kernreactorcentrale te Dodewaard. Waar kernenergie tegenwoordig vaak in een negatief daglicht staat, werd in het nieuwsitem uit 1966 nog geen aandacht besteed aan mogelijke gevaren. De nadruk lag op de nieuwe mogelijkheden: de centrale zou de mensen en hun toenemende energieverbruik immers van alle gemakken voorzien in een tijd van massaconsumptie.

Er werd niet alleen gezocht naar nieuwe methoden om gehoor te geven aan de energievraag van Nederlanders. Steeds meer mensen wisten het vliegveld Schiphol te vinden en het luchtvrachtverkeer groeide gestaag waardoor er meer druk op de schouders van de verkeersleiders kwam te staan. Dit vroeg om betere communicatietechnieken. Met de komst van de radar kon het Nederlandse luchtruim beter in kaart gebracht worden en was voor de verkeersleiders beter te overzien welke vliegtuigen zich waar in de lucht bevonden. In een Polygoonjournaal uit 1951 is te zien hoe de verkeersleider van Schiphol een vliegtuig ‘binnenpraat’ met de hulp van de toen relatief nieuwe radartechniek.

Ook werd er ook aandacht besteed aan opmerkelijke uitvindingen dicht bij huis die het dagelijks leven vergemakkelijkten. Zo werd in 1963 bijvoorbeeld verslag gedaan van de voorloper van de huidige koopzondagen en nachtwinkels: de automatische winkel in Boxtel.

Het steeds meer industrialiserende Nederland verschafte de mensen ook met nieuwe gebruiksvoorwerpen. De technische innovaties die in het Polygoonjournaal werden getoond laten zien hoe snel nieuwe technieken elkaar tegenwoordig opvolgden. Zo werd in 1978 een voorloper van de DVD getoond: de beeldplaat. Zoals vaak in het Polygoonjournaal bevat ook dit item naast het informatieve karakter een komische noot. Gedemonstreerd wordt hoe met een afspeelapparaat geschikt voor beeldplaten, aangesloten op een normale televisie, onder andere vertraagd terugspoelen mogelijk wordt. Hierdoor kunnen de billen van een mannequin die over de catwalk loopt nogmaals in slowmotion worden bekeken. Op deze manier bleef de kijker geboeid kijken naar het Polygoonjournaal.

Eerste selectie beeldmateriaal volledig op Open Beelden beschikbaar

De eerste selectie van beeldmateriaal voor Open Beelden staat inmiddels geheel online! De 469 items die nu op Open Beelden te vinden zijn, komen voornamelijk uit de Polygoon Hollands Nieuws collectie en enkele uit de RVD collectie. De huidige selectie is grotendeels gecentreerd rond een aantal thema’s, namelijk: stad, zomer, natuur, water, voeding, sport, onderwijs, religie en arbeid. De onderwerpen van de items zijn heel divers, zoals bijvoorbeeld een item over een caravan die ook als boot dienst doet, maar ook beelden van de Tour de France in Nederland of de eerste bewoners van Almere. Het beeldmateriaal beslaat de periode 1919 t/m 1980 en gaat van stom zwart-wit materiaal tot kleurrijke beelden met het karakteristieke commentaar van Philip Bloemendal.

Om een indruk te geven van wat er allemaal te vinden is, een kleine greep uit het aanbod. Uit de vroege jaren, toen er nog geen commentaar onder het beeld zat, komen bijvoorbeeld deze beelden van overstromingen in Ridderkerk en Barendrecht in 1928:

Vanaf de jaren dertig komt er steeds vaker geluid bij het beeld. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt het Polygoonjournaal voornamelijk aangewend als propagandamiddel voor de Duitsers en de NSB. Zo is er in 1941 een serie items genaamd ‘Nederland voedt zichzelf’ waarin propaganda wordt gemaakt voor het nationaalsocialistische idee dat een land in staat moet zijn in zijn eigen voedsel te voorzien:

Na de Tweede Wereldoorlog worden de beelden voorzien van het commentaar van Philip Bloemendal. Met zijn karakteristieke stemgeluid is hij onlosmakelijk verbonden met het Polygoonjournaal:

Vanaf de jaren zeventig worden er ook journaals in kleur gemaakt. Een mooi voorbeeld van de meerwaarde die dit geeft is te zien in de kleurenpracht van de vlinderverzameling van de amateurentomoloog Hermans:

Voor 2009 zijn wij met de toevoeging van de hierboven beschreven selectie even klaar met het toevoegen van materiaal aan Open Beelden. Maar volgend maand wordt het mogelijk om ook als gebruiker materiaal aan Open Beelden toe te voegen. Dit kan materiaal zijn dat gemaakt is op basis van Open Beelden, maar ook eigen werk.

Na de jaarwisseling zullen wij het toevoegen van beeldmateriaal uit ons archief aan Open Beelden hervatten. Daarnaast zullen wij actief samenwerking zoeken met ander collectiehouders, om zo het aanbod op Open Beelden verder te vergroten en meer divers en nog interessanter te maken.

Om de voorbeelden van beeldmateriaal in dit bericht te kunnen bekijken raden wij aan om gebruik te maken van Firefox 3.5, of een andere moderne browser die HTML5 <video> technologie ondersteunt. Internet Explorer e.d. zal de voorbeelden niet kunnen weergeven.

Stageonderzoek creatief hergebruik materiaal omroepen

Sinds februari ben ik als stagiaire  van de MA-opleiding Nieuw Media en Digitale Cultuur (Universiteit Utrecht) betrokken bij Open Beelden. Binnen dit project zal ik een onderzoek uitvoeren, waarvan het doel is Nederlandse omroepen aan te moedigen met Creative Commons-licenties te experimenteren. Het onderzoek zal zich met name richten op de drijfveren voor omroepen om mediacontent onder een Creative Commons-licentie op het platform vrij te geven. Daarnaast zal ik een stappenplan opstellen om het praktisch mogelijk te maken voor een omroep om bepaalde content onder een Creative Commons-licentie vrij te geven.

Op dit moment is de selectie van en zoektocht naar materiaal voor het platform in volle gang. In eerste instantie zal er daarbij voornamelijk content uit het eigen archief van Beeld en Geluid geselecteerd worden. Het is echter interessant te onderzoeken in hoeverre het mogelijk is om nieuwe, andere content onder een Creative Commons-licentie beschikbaar te stellen voor creatief hergebruik. Het aantrekken van nieuw materiaal naast het eigen archiefmateriaal is wenselijk om een zo breed mogelijk publiek aan te kunnen trekken voor een langere periode. Ook kunnen daardoor aanvullende innovatieve toepassingen ontstaan, die nieuwe mogelijkheden opleveren.

Om de drijfveren voor zowel Beeld en Geluid als de omroepen voor het Open Beelden project in kaart te brengen zal ook in worden gegaan op de vraag hoe en waar gedurende het productieproces van mediaproducties waarde wordt gecreëerd. Aangetoond zal worden dat waarde niet middels een rechtlijnig proces tot stand komt, maar ontstaat op verschillende plaatsen binnen een netwerk van verschillende actoren. De drijfveren voor omroepen zullen met name onderzocht worden vanuit een bedrijfsmatig/economisch, kwaliteits- en ideologisch perspectief.

Ook zullen gesprekken gevoerd worden met medewerkers van het Creative Commons-project bij de Duitse omroep NDR, om te achterhalen hoe het project in Duitsland is opgezet. Buiten Nederland is er al herhaaldelijk door omroepen geëxperimenteerd met de mogelijkheden van Creative Commons-licenties. Zo gaf de Duitse omroep NDR in 2007 twee tv-programma’s onder Creative Commons vrij: het mediamagazine ‘Zapp’ en het satirische programma ‘Extra 3’. Een belangrijke drijfveer is volgens NDR het gegeven dat kijkers via een omroepvergoeding al meebetaald hebben aan de inhoud van uitzendingen. De internetgebruiker kan de vrijgegeven programma’s kopiëren, verspreiden en publiekelijk beschikbaar maken, wel moeten de NDR als maker vermeld worden, en commercieel gebruik en of afgeleide werken zijn niet toegestaan. Ook de Arabische nieuwszender Al Jazeera, heeft onder de naam Al Jazeera Creative Commons Repository materiaal geselecteerd dat via cc.aljazeera.net vrijgegeven wordt. Uiteindelijk zal er een gesprek plaatsvinden met omroepen waarbij de drijfveren en mogelijkheden om een (deel van een) programma onder een Creative Commons licentie op het Open Beelden platform te zetten, besproken zullen worden.

Het project zal tevens binnen een bredere context geplaatst worden. De gebruiker binnen de hedendaagse online participatiecultuur consumeert niet alleen mediacontent, maar produceert ook zelf. De ontwikkeling van applicaties als peer-to-peer programma’s hebben er daarnaast voor gezorgd dat de bovengenoemde ‘prosumer’ steeds makkelijker aan mediacontent kan komen. Parallel aan deze ontwikkelingen heerst er op het internet een steeds kleiner wordend begrip voor het auteursrecht, waarbij toegang tot informatie als het ware geclaimd wordt. Hierdoor ontstaat er een steeds groter wordend spanningsveld tussen het auteursrecht en toegang tot informatie. Kritiek op het auteursrecht komt echter niet enkel vanuit de illegale up- en downloadershoek, ook voorstanders van het auteursrecht erkennen de in zekere mate beperkte houdbaarheid van het auteursrecht. Hierdoor ontstaat een steeds grotere roep om een aanpassing van het auteursrecht binnen het digitale domein. Creative Commons is een reactie op deze roep om aanpassing. Het Open Beelden project bouwt daarbij niet alleen voort op de behoeften van de ‘prosumer,’ maar tracht tevens de behoeften van de maker van een creatief werk en de behoeften van de gebruiker van een creatief werk in overeenstemming te brengen.

Inge van Beekum is 22 jaar en masterstudente Nieuwe Media en Digitale Cultuur aan de Universiteit Utrecht. Het onderzoek in het kader van Open Beelden is onderdeel van de afstudeerstage. De betrokkenheid bij projecten rondom de digitalisering van de collecties van Beeld en Geluid ziet zij als een interessante aanvulling op de eerder opgedane theoretische en praktische kennis op het gebied van nieuwe media en het auteursrecht. Met name de aandacht voor creatief hergebruik van open content, en het aftasten van de mogelijkheden van Creative Commons-licenties, ziet zij als een interessante praktijkervaring.